Educate-it supportsite: Digitaal toetsen met Remindo

Handleidingen

Terug

Toetsmatrijs: cesuur instellen

De cesuur is de grens tussen onvoldoende en voldoende. Bij een toets moet worden vastgesteld vanaf hoeveel behaalde punten een student een voldoende krijgt:

  • bij [X] punten heeft de student een 5,5; of
  • bij [X %] van de punten heeft de student een 5,5


Als je…
…bij het aanmaken van een toetsmatrijs direct de cesuur in gaat stellen, lees dan bij hieronder bij Stap 1 verder.
…voorafgaand aan de toetsafname je de ingestelde cesuur wilt aanpassen, lees dan hier verder bij Stap 11.
…na afloop van de toets de cesuur wilt aanpassen, lees dan hier verder.
…de Cohen-Schotanusmethode toe wilt passen voor de cesuur, lees dan helemaal onderaan deze pagina verder bij Stap 5.

  • Stap 1

    Wanneer je een nieuwe toetsmatrijs aanmaakt moet je de cesuur (zak/slaaggrens) instellen. In Remindo moet je daarvoor de beheersingsgraad aangeven: dat is het percentage van de vragen dat de student juist moet beantwoorden. De beheersingsgraad is ook te omschrijven als: het percentage van de lesstof dat de student minimaal moet beheersen (bijv. 55%).

    Om de cesuur in te stellen, zijn er drie belangrijke vragen om te beantwoorden:

    Vraag 1: Is het minimumcijfer een 0 of een 1?
    Vraag 2: Wat is de beheersingsgraad waarover de student(e) moet beschikken om zijn/haar toets te halen (moet de student bijvoorbeeld 50%, 55%, 70% of 100% juist kunnen beantwoorden om een voldoende te halen).
    Vraag 3: Moet er gecorrigeerd worden voor de raadkans?

    Adviezen
    (Zie onderstaande figuur voor de genoemde instellingen in Remindo.)

    Advies bij Vraag 1: Kies een verdeling van 1 – 10.
    Advies bij Vraag 2: Bij een scoreverdeling van 1 – 10, kies ervoor om de cesuur op 50% te zetten (bij 50% van de punten heeft de student dan een 5,5). Bij deze instelling blijft de grafiek lineair.
    Advies bij Vraag 3: Zijn er gesloten vragen opgenomen in de toets, zet de optie ‘Pas raadkanscorrectie toe’ op ‘Ja’ (ook bij een combinatie van open en gesloten vragen in een toets, wanneer er relatief veel gesloten vragen in de toets zitten).

  • Stap 2

    Werk je met een cijferverdeling van 0 – 10, kies er in dat geval voor om de cesuur op 55% te zetten (bij 55% van de punten heeft de student dan een 5,5). Op deze manier blijft de grafiek lineair.

  • Stap 3

    Moet de student een hogere beheersingsgraad bezitten, bijvoorbeeld omdat het om cruciale kennis gaat? Verhoog in dat geval de beheersingsgraad die nodig is om een 5,5 (voldoende) te halen naar het gewenste percentage, bijvoorbeeld 80%. Als je dit doet, zul je een knik zien in de blauwe lijn in de grafiek.

  • Tip! Wanneer je voorafgaand aan een toetsafname de cesuurinstellingen nog wilt veranderen, kan dat in de beheeromgeving, zie Toetsmatrijs: instellingen toetsmatrijs aanpassen

  • Stap 4

    Extra toelichting bij vraag 3: Moet er gecorrigeerd worden voor de raadkans?

    Wanneer je de optie ‘Pas raadkanscorrectie toe’ op Ja zet, wordt het effect van deze instelling niet getoond in de grafiek in Remindo*: de correctie wordt echter wél meegenomen bij de berekening van het cijfer voor de student.

    *Zou je ook de grafiek aanpassen, dan krijg je een waarschuwing dat je dubbel voor de raadkans corrigeert.

    Voorbeeld van het meenemen van de raadkanscorrectie: Wanneer de beheersingsgraad is ingesteld op 50%, het totaal te behalen punten op de toets 8 punten is, en de raadkans bedraagt 25% (2 punten van de gehele toets), zal de student 5 punten op de toets moeten halen voor een voldoende (5,5). Toelichting: de raadkans is 2 punten, en van de overige 6 punten voor de toets moet de student ook nog 50% juist beantwoorden (3 punten). De student moet dan minimaal 2 + 3 = 5 punten behalen voor een voldoende.

    Wil je meer informatie over de raadkanscorrectie? Klik hier.

  • Stap 5

    Cohen-Schotanusmethode toepassen na afloop van de toets

    De Cohen-Schotanusmethode kijkt naar de maximale score die is behaald op de toets. Je kunt vervolgens het cijfer 10 toekennen aan de best scorende student(en), waarbij de cesuur automatisch wordt aangepast voor de andere studenten.

    Je stelt voorafgaand aan de toetsafname wel eerst een absolute cesuur (zak/slaaggrens) in: zie in onderstaande afbeelding de absolute cesuur bij ‘Huidige instellingen’: 50%. Het is na afloop van de toets in Remindo pas mogelijk om in te stellen dat de Cohen Schotanus-methode toegepast moet worden, omdat de methode uitgaat van de behaalde scores.

    De toetsscores worden bij de Cohen Schotanus-methode door Remindo verdeeld in percentielen. Een percentiel is een honderdste deel. Als een toetsscore valt in het 60e percentiel, wil dat zeggen dat 60% van de studenten lager heeft gescoord.

    Voorbeeld: Een toets is slecht gemaakt (wellicht omdat de toets te moeilijk was).  De best scorende student heeft 28% van de punten op de toets behaald. Zie onderstaande afbeelding: een score van 28% van de punten staat gelijk aan het 97e percentiel, oftewel: 97% van de studenten heeft een score láger dan 28% behaald op de toets.

    Als het 97e percentiel geselecteerd wordt bij ‘Pas de Cohen-Schotanusmethode toe’, zullen studenten met 28% van de punten een 10 krijgen als cijfer voor de toets, oftewel: 28% van de punten wordt dan beschouwd als de maximale score voor de toets.

    Hieronder is getoond hoe de cesuur ingesteld was met een absolute cesuur (en dus zonder het toepassen van de Cohen-Schotanusmethode), en erna met de Cohen-Schotanusmethode toegepast:

    Belangrijk: Als je de Cohen-Schotanusmethode toe wilt passen na de toetsafname, geef je dit door aan je key-user. Hij/zij zal het gewenste percentiel voor je instellen.

  • Tip! Wil je meer informatie over verschillende cesuurmethoden? Klik hier.

Terug